autoruit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  autoruit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·to·ruit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autoruit autoruiten
verkleinwoord autoruitje autoruitjes

Zelfstandig naamwoord

deautoruitv/m

  1. ruit van een auto

Gangbaarheid

  • Het woord autoruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.