autotocht

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  autotocht    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·to·tocht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autotocht autotochten
verkleinwoord autotochtje autotochtjes

Zelfstandig naamwoord

deautotochtm

  1. een reis met een auto
     Het was haar eerste autorit. Meneer Brandsma had haar een lift aangeboden. 'Ik heb een vergadering in Sneek. Komt dat even goed uit, of wat?'Hij kneep in haar wang en keek er zo lief bij dat ze het duldde, al mocht buiten vader eigenlijk niemand dat doen.[2]
     Lamster filmt een jaar, acht uur materiaal is het resultaat. Daaruit zijn 56 films gemonteerd over de meest uiteenlopende onderwerpen: een autotocht door Bandoeng, gezichten op Bali, de inlandse veeartsenschool, de koffiecultuur, de strafgevangenis in Batavia, de zending. Zo komen de meeste aspecten van het koloniale leven aan bod.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord autotocht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Carla de Jong
    “Geheim leven” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026346132
  3. Weblink bron “Unieke Indië-films gepresenteerd” (29-05-2010), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.