avoir du pot

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /a.vwaʁ dy po/
Woordherkomst en -opbouw
Uitdrukkingen en gezegden

avoir du pot

  1. (spreektaal) mazzel, geluk hebben
    «Je vois un gars qui a du pot ! Malgré une image un peu lisse, j’ai joué des rôles assez variés.»[1]
    Ik zie een knul die mazzel heeft. Ondanks een vrij gelikte imago, heb ik nogal wat uiteenlopende rollen gespeeld.
Synoniemen

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Justine Charlet
    “Bernard Le Coq dans »Vivre sans eux » : « Avec le temps, je dégage autre chose »” (8 april 2020) op telez.fr.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.