avondsluiting

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  avondsluiting    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • avond·slui·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord avondsluiting avondsluitingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deavondsluitingv

  1. sluiting van een bepaalde voorziening in de avonduren
     "Nederland doet al een heleboel", zegt Marc Van Ranst. De prominente Belgische viroloog vindt dat we met de huidige maatrelen al goed bezig zijn. "Met jullie avondsluiting vermijd je dat honderdduizenden mensen elkaar zien. Dat helpt natuurlijk bij een pandemie en zeker tijdens de feestdagen."[2]
  2. (religie) religieuze bijeenkomst op het einde van de dag
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord avondsluiting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Zijn we strenger dan buurlanden? 'Nederland doet al veel'” (Vrijdag 17 december 2021, 22:56), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.