baboen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  baboen    (hulp, bestand)
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ba·boen
enkelvoud meervoud
naamwoord baboen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

baboen [1]

  1. (bloemplanten) Virola surinamensis  een boom uit de nootmuskaatfamilie . De boom komt voor in Brazilië, Costa Rica, Ecuador, Frans-Guyana, Panama, Peru, Suriname en Venezuela. De natuurlijke habitat wordt gevormd door subtropische en tropische laaglandbossen en moerassen. De boom wordt bedreigd door ontbossing. De baboen kan 25–40 meter hoog worden. De bladeren zijn 10–22 cm lang en 2–5 cm breed
Hyperoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord 'baboen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.