babyblauw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: babyblauw (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ba·by·blauw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van baby zn en blauw
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | babyblauw | babyblauwen |
| verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
het babyblauw o
- zachtblauw, zoals vaak gebruikt voor kleren e.d. van jongensbaby's
Verwante begrippen
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | babyblauw | babyblauwer | babyblauwst |
| verbogen | babyblauwe | babyblauwere | babyblauwste |
| partitief | babyblauws | babyblauwers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
babyblauw
- mbt bovenstaande kleur
Gangbaarheid
- Het woord babyblauw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.