babycrash
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: babycrash (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ba·by·crash
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van baby zn en crash zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | babycrash | babycrashes |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de babycrash m
- plotselinge, grote daling van het aantal geboortes; plotselinge, grote daling van het geboortecijfer
- ongeluk waarbij een baby berokken is
- ▸ Nederlands stel filmt babycrash met dashcam[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord babycrash staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron David Bremmer“Nederlands stel filmt babycrash met dashcam” (23-12-2018), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.