badhotel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: badhotel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bad·ho·tel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bad zn en hotel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | badhotel | badhotels |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het badhotel o
Gangbaarheid
- Het woord badhotel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Hotel ontruimd wegens brand” (Dinsdag 25 mei 2010, 07:30), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.