badvrouw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: badvrouw (hulp, bestand)
Woordafbreking
- bad·vrouw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bad zn en vrouw zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | badvrouw | badvrouwen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de badvrouw v
Gangbaarheid
- Het woord 'badvrouw' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "badvrouw" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 3(1893) Door Fides. Eene Badkuur by pastoor Kneipp.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.