bakplaat

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bakplaat    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɑkplat/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bak·plaat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bakplaat bakplaten
verkleinwoord bakplaatje bakplaatjes

Zelfstandig naamwoord

debakplaatv/m

  1. (huishouden) (kookkunst) ijzeren plaat in een oven waarop het deeg geplaatst wordt
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bakplaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.