bakblik

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bakblik    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bak·blik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bakblik bakblikken
verkleinwoord bakblikje bakblikjes

Zelfstandig naamwoord

hetbakbliko

  1. (huishouden) een metalen vorm waarin het materiaal wordt gedaan om een taart, cake, of brood te kunnen bakken, bakvorm
    • Met dit bakblik kan je een cake in de vorm van een tulband bakken. 
  2. (huishouden) metalen plaat waarop het in de oven te bakken materiaal wordt geplaatst
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bakblik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.