bandijk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bandijk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ban·dijk
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘rivierdijk’ voor het eerst aangetroffen in 1284 [1]
  • samenstelling van  ban ww  en  dijk 
enkelvoud meervoud
naamwoord bandijk bandijken
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debandijkm

  1. (waterbeheer) rivierdijk, geschikt om de hoogste waterstanden bij open rivier te keren
     In drie weken verzamelden drie inwoonsters van Voorst 2300 handtekeningen tegen verzwaring van de Veluwse bandijk. Onder druk van natuurbeschermers en omwonenden zijn twee alternatieve dijktracés ter tafel gekomen, die beide het landschap zullen onaanvaardbaar aantasten.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bandijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
40 %van de Nederlanders;
16 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.