banenpool

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  banenpool    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·nen·pool
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord banenpool banenpools
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debanenpoolm

  1. arbeidspool
Afgeleide begrippen
  • banenpoolplaats

Gangbaarheid

  • Het woord banenpool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
82 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.