bankdochter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bankdochter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bank·doch·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bankdochter bankdochters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debankdochterv

  1. kleinere bank die deel uitmaakt van een groter concern
     De bestuurders gaven onvoldoende en onduidelijke informatie aan de aandeelhouders over dreigende verliezen op beleggingen in Amerikaanse probleemhypotheken en over de problemen rond de verkoop van bankdochter HBU.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord bankdochter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Hof: wanbeleid bij Fortis” (Donderdag 5 april 2012, 11:12), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.