barst

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  barst    (hulp, bestand)
  • IPA: /bɑrst/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • barst
enkelvoud meervoud
naamwoord barst barsten
verkleinwoord barstje barstjes

Zelfstandig naamwoord

debarstv/m

  1. breuklijn in een breekbaar voorwerp
    • Er zit een barst in de voorruit. 
Uitdrukkingen en gezegden
  • geen barst
    helemaal niets
 Ik snap er geen barst van, want wiskunde is veel te moeilijk voor mij. 

 Het kon haar geen barst schelen hoe laat het was.[1]

Vertalingen

Bijvoeglijk naamwoord

barst

  1. onverbogen vorm van de overtreffende trap van bar

Bijvoeglijk naamwoord

  1. onverbogen vorm van de overtreffende trap van bars

Werkwoord

vervoeging van
barsten

barst

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van barsten
  2. gebiedende wijs van barsten

Gangbaarheid

  • Het woord barst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.