basisopleiding
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: basisopleiding (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ba·sis·op·lei·ding
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van basis zn en opleiding zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basisopleiding | basisopleidingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de basisopleiding v
- (onderwijs) algemene opleiding voor beginners die zich later kunnen specialiseren of dieper op de stof in kunnen gaqan
- ▸ In de korte, pijnlijke pauze die na het aanroepen van de Boze ontstond, maakte Suzanne van de gelegenheid gebruik om Eric te vragen hoe hij had leren koken en hij vertelde dat afgezien van de gehaktballetjes van zijn moeder een jaar in een Franse studentenflat met een gemeenschappelijke keuken meer dan een basisopleiding was.[2]
Gangbaarheid
- Het woord basisopleiding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.