basketbalsport

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  basketbalsport    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bas·ket·bal·sport
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord basketbalsport
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debasketbalsportv/m

  1. (sport) een sport gespeeld door twee teams van vijf spelers die punten scoren door een bal in de korf van de tegenstander te gooien
     Deze week ontving Boot de prestigieuze Frans Banninck Cocq-penning van de stad Amsterdam, waar hij met zijn sport begon, voor zijn grote verdiensten in de basketbalsport.[1]
     De Harlem Globetrotters trekken regelmatig de wereld over om demonstratiewedstrijden te spelen. Met atletische hoogstandjes en de nodige humor proberen ze mensen enthousiast te maken voor de basketbalsport.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord basketbalsport staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Ton Boot, wars van schouderklopjes” (24-05-2015), NOS
  2. Weblink bron “Harlem Globetrotters dollen met erelid paus Franciscus” (07-05-2015), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.