beau-père
Frans
Uitspraak
- Geluid: beau-père (hulp, bestand)
- IPA: /bo.pɛʁ/
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beau bn en père zn . [1]
Woordafbreking
- beau·père
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
beau-père | le beau-père | beaux-pères | les beaux-pères |
Zelfstandig naamwoord
beau-père m
- (familie) de vader van de echtgenoot of echtgenote
- (familie) stiefvader, de nieuwe echtgenoot van de vader of moeder
Verwante begrippen
Verwijzingen
- ↑ beau-père (Etymologie) in: Le Trésor de la Langue Française informatisé (1971-1994) op de website cnrtl.fr .
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.