bedrijfssector
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bedrijfssector (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·drijfs·sec·tor
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bedrijf zn en sector zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedrijfssector | bedrijfssectors bedrijfssectoren |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de bedrijfssector m
- (economie) de verzamelnaam voor een groep organisaties/bedrijven die bijdragen aan gelijksoortige producten of diensten
- ▸ De SGP wil eerst de effecten per bedrijfssector doorgerekend hebben. De ChristenUnie wil alleen over een deel onderhandelen, maar zegt niet over welk deel. D66-leider Pechtold verwacht dat het effect van een verhoging wel zal meevallen, als de koopkracht tegelijkertijd maar stijgt.[1]
- ▸ Het CBS stelde vorige maand ook al vast dat het aantal vacatures in de zorg toeneemt terwijl het aantal banen in die bedrijfssector juist afneemt.[2]
Synoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord bedrijfssector staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Website VVD voedt argwaan bij oppositiepartijen” (24-06-2015), NOS
- ↑ Weblink bron “Ziekteverzuim in de zorg blijft stijgen” (29-06-2016), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.