begrafenis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  begrafenis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·gra·fe·nis
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘het begraven’ voor het eerst aangetroffen in 1450 [1]
  • Naamwoord van handeling van begraven met het achtervoegsel -enis
enkelvoud meervoud
naamwoord begrafenis begrafenissen
verkleinwoord begrafenisje begrafenisjes

Zelfstandig naamwoord

debegrafenisv

  1. ceremonie waarbij een overledene in een kist aan de aarde wordt toevertrouwd, de ceremonie wanneer de laatste eer aan iemand wordt gegeven
    • Een crematie wordt tegenwoordig meestal ook een begrafenis genoemd. 
    • Op dinsdagochtend was de begrafenis in de kleine zaal van rouwcentrum Zeisspoor in Geleen. Een handjevol vrienden van mijn ouders, mensen uit de buurt, de bakker was er, en een aantal keurig geklede heren op de achterste rij. [2] 
     Tijdens de begrafenis heb ik de longen uit mijn lijf gehuild.[3]
     ‘Daar staan we dan, Tal. ’ Hij haalde zijn schouders op. ‘Duo Mislukt, gespecialiseerd in begrafenissen en rouwmissen.’[3]
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord begrafenis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

begrafenis

  1. begrafenis; ceremonie waarbij een overledene in een kist aan de aarde wordt toevertrouwd, de ceremonie wanneer de laatste eer aan iemand wordt gegeven

Veluws

Zelfstandig naamwoord

begrafenis

  1. begrafenis; ceremonie waarbij een overledene in een kist aan de aarde wordt toevertrouwd, de ceremonie wanneer de laatste eer aan iemand wordt gegeven
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.