bejaardenhulp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bejaardenhulp    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈjardə(n)ˌhʏləp/ (4 of 5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·jaar·den·hulp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bejaardenhulp bejaardenhulpen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debejaardenhulpv/m

  1. (beroep) iemand die bejaarden helpt
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bejaardenhulp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.