bekendheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bekendheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈkɛnthɛit/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·kend·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bekendheid bekendheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debekendheidv

  1. het bekend zijn bij velen
    • Hij verwierf hierdoor grote bekendheid. 
  2. het bekend zijn met iets
    • Zijn bekendheid met deze materie is een groot voordeel voor onze vereniging. 
  3. (persoon) iemand die bij velen bekend is
    • Hij is een bekendheid in Gouda en omstreken: de portier van de Goudse Schouwburg, Will Bos. [1]
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bekendheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. AD.nl (25 mei 2008). "Portier schouwburg nu zelf op podium". Geraadpleegd op 3 juli 2012.
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.