bekeren

Nederlands

Uitspraak

(heteroniem)

  • [A] Geluid:  bekéren    (hulp, bestand)
    • IPA: /bəˈkerə(n)/ (3 lettergrepen)
  • [B] Geluid:  békeren    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈbekərə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·ke·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bekeren
bekeerde
bekeerd
zwak -d volledig [A]

Werkwoord

[A] bekéren

  1. overgankelijk (religie) tot een bepaald geloof overhalen.
    • De joden hebben niet veel mensen bekeerd. 
Typische woordcombinaties
  • bekeren tot
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bekeren
bekerde
gebekerd
zwak -d volledig [B]

Werkwoord

[B] békeren

  1. inergatief aan bekerwedstrijden deelnemen.
    • Ajax heeft weer goed gebekerd dit jaar. 
  2. inergatief (verouderd) veel alcohol drinken
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bekeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.