bekerfinale

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bekerfinale    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·ker·fi·na·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bekerfinale bekerfinales
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debekerfinalev/m

  1. (sport) de laatste wedstrijd van een toernooi waarvan de winnaar een beker ontvangt
     Letsch en Pasveer teleurgesteld na bekerfinale: 'Balen, het zat er niet in'[1]
     Gutiérrez vertolkte, na betrekkelijk anonieme jaren, afgelopen seizoen een belangrijke bij PSV en was onder meer trefzeker in de gewonnen bekerfinale van PSV tegen Ajax.[2]
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord bekerfinale staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Letsch en Pasveer teleurgesteld na bekerfinale: 'Balen, het zat er niet in'” (Zondag 18 april 2021, 21:23), NOS
  2. Weblink bron “'Gutiérrez gaat contract verlengen bij PSV'” (Maandag 25 juli 2022, 18:40), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.