bekerophaler

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bekerophaler    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·ker·op·ha·ler
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bekerophaler bekerophalers
verkleinwoord bekerophalertje bekerophalertjes

Zelfstandig naamwoord

debekerophalerm

  1. (beroep) iemand die in een horecagelegenheid lege glazen en bekers verzamelt
     ‘Als inschenkassistent annex bekerophaler, lijkt je dat wat? ’Jeroen reageerde ongebruikelijk voor iemand die zojuist een flinke sneer van zijn vrouw had ontvangen.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'bekerophaler' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.