bekoring

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bekoring    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·ko·ring
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bekoren met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord bekoring bekoringen
verkleinwoord bekorinkje bekorinkjes

Zelfstandig naamwoord

debekoringv

  1. aangetrokken zijn
    • De bekoring sloeg over in realisme toen hij de prijs zag. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bekoring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.