bekoren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bekoren    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈkorə(n)/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·ko·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘aantrekken’ voor het eerst aangetroffen in 1530 [1]
  • afgeleid van het Middelnederlandse coren met het voorvoegsel be- [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bekoren
bekoorde
bekoord
zwak -d volledig

Werkwoord

bekoren

  1. overgankelijk aantrekkingskracht uitoefenen
    • De gele auto kon hem niet bekoren. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bekoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.