bela

Esperanto

  enkelvoud meervoud
  nominatief     bela     belaj  
  accusatief     belan     belajn  

Bijvoeglijk naamwoord

bela

  1. mooi, knap
    «Esperanto estas bela lingvo.»
    Esperanto is een mooie taal.
    «Mi estas serĉanta belan fraŭlinon por edziĝi.»
    Ik ben op zoek naar een mooi meisje om te trouwen.
Antoniemen

Ido

Bijvoeglijk naamwoord

bela

  1. mooi, knap
Antoniemen
  • leda, desbela

Indonesisch

Werkwoord

bèla

  1. verdedigen, beschermen
  2. hoeden
Afgeleide begrippen
  • [1] bela diri

Portugees

Bijvoeglijk naamwoord

bela

  1. vrouwelijk enkelvoud van belo

Servisch

Uitspraak
  • Geluid:  bela    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɛ.la/
Woordafbreking
  • be·la

Bijvoeglijk naamwoord

bela

  1. (kleur) wit
  2. bleek
Schrijfwijzen

Sloveens

Uitspraak
  • IPA: /ˈbɛ.la/
Woordafbreking
  • be·la

Bijvoeglijk naamwoord

bela

  1. (kleur) wit

Volapük

Zelfstandig naamwoord

bela

  1. genitief enkelvoud van bel
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.