belastingverhoging

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  belastingverhoging    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·las·ting·ver·ho·ging
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord belastingverhoging belastingverhogingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debelastingverhogingv

  1. vermeerdering van de hoeveelheid geld die men aan de overheid moet betalen
     Volgens Van Poelgeest is zo'n belastingverhoging voor burgers "onvermijdelijk".[2]
     De Britse premier Johnson heeft een belastingverhoging van 1,25 procent aangekondigd. Met die verhoging wil hij het zorgstelsel hervormen en de achterstand in de niet-kritieke zorg door de coronapandemie wegwerken. Het kabinet is akkoord gegaan met het voorstel.[3]
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord belastingverhoging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron “Renee van Hest en Marijn Duintjer Tebbens” (DI 6 JULI 2021), NOS
  3. Weblink bron “Johnson verhoogt belastingen vanwege zorgkosten na corona” (DI 7 SEPTEMBER 2021), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.