beleggingsrisico

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beleggingsrisico    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·leg·gings·ri·si·co
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beleggingsrisico beleggingsrisico's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

beleggingsrisico m/o

  1. (economie) het gevaar dat bestaat dat beleggingen minder waard worden of minder rendement opleveren dan gehoopt
     Het hangt van de individuele pensioenfondsen af hoe de bestaande pot geld wordt verdeeld en hoeveel beleggingsrisico er in de toekomst wordt genomen.[1]
     Er zijn op dit moment twee contractsoorten. De eerste is het contract waarbij de hoogte van het pensioen vastligt (ook wel Defined Benefit, ofwel DB-regeling) Het beleggingsrisico, zoals het risico dat mensen langer leven dan gedacht, ligt dan bij het fonds. De deelnemer kan rekenen op een vast pensioen. In Nederland zijn er twee varianten van de DB-regeling: de middelloonregeling en de eindloonregeling.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord beleggingsrisico staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Nieuwe pensioenwet met ruime Kamermeerderheid aangenomen” (Vrijdag 23 december, 00:36), NOS
  2. Weblink bron “Het pensioen ABC: van aanvullend tot UPO” (Vrijdag 12 augustus 2011, 18:18), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.