beleidsvraag
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beleidsvraag (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·leids·vraag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beleid zn en vraag zn met het invoegsel -s-
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | beleidsvraag | beleidsvragen |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de beleidsvraag v / m
- vraag die betrekking heeft op het te voeren beleid
- ▸ Wallinga: "Dat is een beleidsvraag. Wij rekenen alleen de gevolgen uit. Die vraag moet je echt in Den Haag stellen."[1]
Synoniemen
- beleidsvraagstuk
Gangbaarheid
- Het woord beleidsvraag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “RIVM-experts: 'Aankondigen van versoepelingen kan mensen nonchalant maken'” (Zaterdag 9 mei 2020, 08:50), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.