benedenhuis

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  benedenhuis    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·ne·den·huis
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord benedenhuis benedenhuizen
verkleinwoord benedenhuisje benedenhuisjes

Zelfstandig naamwoord

hetbenedenhuiso

  1. woning op de begane grond in een huis met meerdere verdiepingen
    • Gehandicapten kunnen vaak alleen maar wonen in een benedenhuis of in een huis met een lift. 

Gangbaarheid

  • Het woord benedenhuis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.