beroepshandelaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beroepshandelaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·roeps·han·de·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beroepshandelaar beroepshandelaren
beroepshandelaars
verkleinwoord beroepshandelaartje beroepshandelaartjes

Zelfstandig naamwoord

deberoepshandelaarm

  1. (beroep) iemand die voor zijn beroep in- en verkoopt
    • Op de postzegelmarkt waren veel postzegelverzamelaars, maar ook een paar grote beroepshandelaren actief. 

Gangbaarheid

  • Het woord beroepshandelaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.