beroepsveld

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beroepsveld    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·roeps·veld
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beroepsveld beroepsvelden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetberoepsveldo

  1. een groep met elkaar verwante beroepen
     De commissie pleit ook voor het verplicht invoeren van externe leden in examencommissies. "Wij denken bijvoorbeeld aan een docent van een andere opleiding binnen dezelfde hogeschool. Maar je kunt ook denken aan een docent van dezelfde opleiding aan een andere school of iemand uit het beroepsveld."[1]
     Het RedTeam, een groep experts uit diverse beroepsvelden, voorzag sinds medio vorig jaar het kabinet gevraagd en ongevraagd van adviezen over de bestrijding van de coronacrisis. Keer op keer voorspelde het RedTeam in een vroegtijdig stadium nieuwe coronagolven en koppelde daar maatregelen aan, maar die werden in de meeste gevallen genegeerd. ‘Niet anticiperen op dat wat voorspelbaar is en niet leren van de ervaring die we hebben opgedaan, is de slechtst denkbare keuze', zegt het RedTeam nu in een verklaring.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord beroepsveld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron “Zelfde examens bij hbo-opleidingen” (woensdag 23 mei 2012, 20:50), NOS
  2. Weblink bron
    Eric Reijnen - Rutten
    “RedTeam heft zich op: ‘De zorg is nu echt stuk, het kabinet heeft zichzelf vastgedraaid’” (01-11-2021), Tubantia
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.