beroerte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beroerte    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈrurtə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·roer·te
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘verlamming door bloeduitstorting in de hersenen’ voor het eerst aangetroffen in 1667 [1]
  • Naamwoord van handeling van beroeren met het achtervoegsel -te [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord beroerte beroerten,
beroertes
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deberoertev

  1. (medisch) een acute beschadiging van de hersenen die veroorzaakt wordt door een bloeduitstorting in de hersenen
    • Veel mensen die eerder een hartaanval of beroerte hebben gehad, gebruiken nu medicijnen om de kans daarop te verminderen.[3] 
    • Het jaar erop overleed Reuvens onverwachts aan een beroerte.[4] 
    • Na de beroerte kon de vrouw niet meer goed praten, had ze een scheve mond en was ze verlamd aan één kant. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Hyponiemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beroerte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.