golpe

Galicisch

Zelfstandig naamwoord

golpe m

  1. (roofdieren) vos


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • gol·pe

Zelfstandig naamwoord

golpe m

  1. slag, stoot, ruk, schok, bons
  2. slag, verlies, plotseling onheil, beroerte
  3. grote menigte, grote hoeveelheid, overvloed
  4. klopping (van het hart)
  5. schoot (van een slot)
  6. pootkuiltje
  7. carambole
  8. lipje, klepje (beide van een zak)
  9. verrassing, verwondering, verbazing
  10. clou
  11. gelukkige zet

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.