bessenstruik

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bessenstruik    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bes·sen·struik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bessenstruik bessenstruiken
verkleinwoord bessenstruikje bessenstruikjes

Zelfstandig naamwoord

debessenstruikm [2]

  1. grote plant die zich vanaf de grond vertakt en (eetbare) kleine vruchten draagt
     Zo zijn wij op een gegeven moment de weg ingeslagen van de bewuste gedachte. Sterk zijn kost een hoop energie en onderhoud, en wie slim is, hoeft niet sterk te zijn. Geen gekke gedachte. Los van een hoog zuurstofgebruik zijn onze hersenen een slimme keus geweest. Er komt een beer achter me aan? Hmm, wat deed mijn opa ook alweer toen dat gebeurde? De bessenstruik is leeg? Gelukkig heb ik er wat bewaard. Vliegt die vogel te snel weg voor me? Dan moet ik iets bedenken wat hem weer te snel af is.. een speer! Zo hebben we ons met relatief kleine inspanning boven de natuur geplaatst, en de situatie waarbij de natuur zijn organismen steeds inhaalt werd doorbroken.[3]
     Plukken, wegen, betalen: zo eenvoudig is het in zomerse bessenpluktuinen, of je er nu vaste klant bent of niet. Wij selecteerden 10 adressen die de start of het sluitstuk kunnen vormen voor een dag struinen in het groen, maar die louter om hun bessenstruiken of kersenbomen ook al een omweg waard zijn.[4]


Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bessenstruik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. bessenstruik op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Weblink bron “De paradox van de menselijke evolutie”, NewScientist
  4. Weblink bron
    Dorien Knockaert, Foto’s Eva Donckers
    “Tien adressen voor al uw bessen” (Zondag 20 augustus 2023 om 05:00), De Standaard
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.