bestendig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bestendig    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈstɛndəx/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·sten·dig
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘blijvend’ voor het eerst aangetroffen in 1569 [1]
  • afgeleid van bestand met het achtervoegsel -ig [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bestendigbestendigerbestendigst
verbogen bestendigebestendigerebestendigste
partitief bestendigsbestendigers-

Bijvoeglijk naamwoord

bestendig

  1. duurzaam, blijvend, niet veranderlijk, permanent
    • Het is bestendig weer 
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • bestendige opdracht aan de bank
    machtiging tot periodieke overmaking van geld
 Hij betaalde zijn abonnement door middel van een bestendige opdracht aan de bank. 
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
bestendigen

bestendig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestendigen
    • Ik bestendig. 
  2. gebiedende wijs van bestendigen
    • Bestendig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bestendigen
    • Bestendig je? 

Gangbaarheid

  • Het woord bestendig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.