betonblok

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  betonblok    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈtɔmblɔk/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·ton·blok
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord betonblok betonblokken
verkleinwoord betonblokje betonblokjes

Zelfstandig naamwoord

hetbetonbloko

  1. (bouwkunde) een blok gemaakt van beton
    • niets zo geschikt als een betonblok om een lijk mee te verzwaren alvorens het overboord te gooien 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord betonblok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.