bevolkingskrimp

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bevolkingskrimp    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈvɔlkɪŋsˌkrɪmp/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·vol·kings·krimp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bevolkingskrimp -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debevolkingskrimpm

  1. (demografie) vermindering van het aantal inwoners
     In Flevoland groeide het aantal inwoners vorig jaar verhoudingsgewijs het sterkst, terwijl gemeenten in Zuid-Limburg, de Achterhoek en Zeeland door de relatief vergrijsde bevolking te maken hadden met bevolkingskrimp.[1]
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bevolkingskrimp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Weblink bron
    Noor Zwolsman
    “Nederland kreeg er vorig jaar zo’n 118.000 inwoners bij” (4 januari 2022) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.