bewijsmateriaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bewijsmateriaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·wijs·ma·te·ri·aal
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bewijsmateriaal bewijsmaterialen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetbewijsmateriaalo

  1. alles wat de juistheid van een bewering onweerlegbaar vastlegt
    • Het bewijsmateriaal sprak tegen de verdachte. 
    • De onderzoeker had gezocht naar bewijsmateriaal om zijn bewering te ontkrachten maar dat was hem niet gelukt. 
     Begrijp je nu wat ik bedoelde toen we boven naar de schilderijen keken, dat met dat oog?'Johanne knikte vastbesloten, ze begreep het, dit was zeg maar concreet bewijsmateriaal.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bewijsmateriaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.