bezemkast

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bezemkast    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbezəmˌkɑst/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·zem·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bezemkast bezemkasten
verkleinwoord bezemkastje bezemkastjes

Zelfstandig naamwoord

debezemkastv/m

  1. kast in huis waarin schoonmaaktspullen staan opgeslagen
    • Harry Potter leefde voor zijn 12de in een bezemkast. 

Gangbaarheid

  • Het woord bezemkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.