bijen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijen    (hulp, bestand)
  • IPA: /bɛi̯ən/
Woordafbreking
  • bij·en
Woordherkomst en -opbouw
  •  bij zn  met de uitgang -en
enkelvoud meervoud
naamwoord bijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debijenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bij
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (vliesvleugeligen) Antophila  een groep van insecten die behoren tot de orde van de vliesvleugeligen (Hymenoptera). Bijen zijn vooral bekend om de honing die de honingbij maakt. Bijen verschillen van de meeste andere (vleesetende) vliesvleugeligen door het dieet van nectar en stuifmeel. Ook de larven leven hiervan. Biologisch gezien vormen de bijen echter géén aparte groep. Alle soorten bijen behoren tot de superfamilie Apoidea, waartoe ook alle graafwespen behoren
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bijen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.