bijenhouder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijenhouder    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɛijə(n)ˌhɑudər/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈbɛɪ̯.jə(n).ˌɦʌʊ̯.dər/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈbɛː.jə(n).ˌɦɔʊ̯.dər/
    • (Limburg): /ˈbɛɪ̯.jə(n).ˌɦaʊ̯.dər/
Woordafbreking
  • bij·en·hou·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijenhouder bijenhouders
verkleinwoord bijenhoudertje bijenhoudertjes

Zelfstandig naamwoord

debijenhouderm

  1. (beroep) iemand die bijen houdt voor het verkrijgen van honing
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord bijenhouder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.