bijgeloof

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijgeloof    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɛiɣəˌlof/ (3 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈbɛɪ̯.χə.ˌlof/
    • (Vlaanderen, Brabant): /ˈbɛː.ɣə.ˌlof/
    • (Limburg): /ˈbɛɪ̯.ɣə.ˌlof/
Woordafbreking
  • bij·ge·loof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijgeloof bijgeloven
verkleinwoord bijgeloofje bijgeloofjes

Zelfstandig naamwoord

hetbijgeloofo

  1. een geloof in iets extra's en onnatuurlijks
    • Hij wist heus wel dat hij vooral uit een soort bijgeloof de komende wapenstilstand niet serieus wilde nemen: hoe meer je hoopt op vrede, hoe minder geloof je eraan hecht als die wordt aangekondigd, om zo het noodlot te bezweren. [3] 
    • Bijgeloof is een denigrerend bedoelde benaming gegeven door dominante religies (katholicisme, protestantisme, jodendom, hindoeïsme, de islam) aan magisch-religieuze overtuigingen, praktijken en rituelen van andere groeperingen. 
Hyponiemen
  • volksbijgeloof
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bijgeloof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.