bijsmaak

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijsmaak    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɛismak/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • bij·smaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijsmaak bijsmaken
verkleinwoord bijsmaakje bijsmaakjes

Zelfstandig naamwoord

debijsmaakm

  1. een extra smaak die er eigenlijk niet bij hoort
    • De wijn had een zure bijsmaak. 
  2. (figuurlijk) een minder aangename meewerkende factor
    • Kritiek met een bijsmaak van leedvermaak. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bijsmaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.