bima

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bima    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • /ˈbima/ (vernederlandst Hebreeuws)
    • /biˈma/ (Hebreeuwse uitspraak)
Woordafbreking
  • bi·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bima bima's (vernederlandst Hebreeuws)
bimot (Hebreeuwse uitspraak)
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debimam

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) verhoogd platform in de synagoge, waar de chazan staat en de Tora wordt voorgelezen
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bima staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
10 %van de Nederlanders;
7 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.