binnenmoeder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  binnenmoeder    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bin·nen·moe·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenmoeder binnenmoeders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debinnenmoederv

  1. (beroep) (verouderd) vrouw die de dagelijkse leiding heeft over een weeshuis of andere zorginstelling waarbinnen mensen wonen

Gangbaarheid

  • Het woord binnenmoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.