binnenplaats
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: binnenplaats (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɪnə(n)ˌplats / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- bin·nen·plaats
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van binnen en plaats zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | binnenplaats | binnenplaatsen |
verkleinwoord | binnenplaatsje | binnenplaatsjes |
Zelfstandig naamwoord
de binnenplaats v / m
- een open ruimte omringd door gebouwen, vaak tussen voor- en achterhuis
- In de zomer konden we uren op de binnenplaats zitten.
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord binnenplaats staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "binnenplaats" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.