bipolariteit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bipolariteit    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bi·po·la·ri·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bipolariteit bipolariteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debipolariteitv

  1. twee uitersten hebbend, twee uiterste toestanden kennend
    • Volgens hen zou er veel gewonnen zijn als „er in het Nederlandse systeem meer bipolariteit komt.” Dat houdt in dat het politieke krachtenveld niet verbrokkelt in een veelheid van kleine partijen, maar dat de burger in de gelegenheid wordt gesteld om te kiezen voor hetzij een links, hetzij een rechts machtsblok. [1] 
    • Lovato maakt zich al jaren sterk voor voorlichting over geestelijke gezondheid en heeft meerdere malen openlijk gesproken over haar bipolariteit. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bipolariteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.